Wat mij inspireert ......
Wat mij inspireert ......

zet het blauw
van de zee
tegen het
blauw van
de hemel veeg
er het wit
van een zeil
in en de
wind steekt op willem hussem
Een van de inspiratiebronnen in mijn werk en leven is het kleine boekje van Martin Buber ‘De weg van de mens’.
Daarin staat onder andere het volgende geschreven:
……..en met nog grotere kracht is hetzelfde naar voren gebracht door Rabbi Susja, toen deze kort voor zijn dood zei:’ In het toekomende Rijk zal mij niet gevraagd worden: ‘Waarom zijt gij niet Mozes geweest?’
Mij zal gevraagd worden: ‘Waarom zijt gij niet Susja geweest?’
Buber zegt dan: 'Juist in de verscheidenheid der mensen, in de verscheidenheid van hun aanleg en neigingen, ligt de grote mogelijkheid voor het mensdom'.
Martin Buber
Sta op en schitter
want lang was de nacht en bitter
de strijd met oude fantomen
maar nu is het morgen
nu wordt het tijd om blinkende dromen
waar te maken – weet je geborgen
in een nieuw licht
Wij zijn kleiner dan wij zijn
zoveel gaven laten rusten
zoveel liefde niet gedeeld
zoveel warmte ingehouden
zoveel tederheid verspeeld
zoveel angst en zorg verzwegen
zoveel aandacht niet beloond
zoveel zwijgen niet begrepen
zoveel eerbied niet getoond
Vat moed en schitter en richt
je op wat komen gaat
want je hart wordt witter
en de dag verwacht
je eigen, herboren gelaat
Groter zijn wij dan wij zijn
wat verhindert ons te leven
wat weerhoudt ons van de dans
zoveel rijkdom om te delen
zoveel innerlijke glans
zoveel dromen nog te dromen
zoveel onvermoede kracht
die de geest in ons doet stromen
ons doet uitgaan in de nacht
Liever zijn wij dan wij zijn
laten wij de rotsen breken
in het steenland van de trots
mededogen welt in beken
uit de altijd milde bron
echte aandacht voor de ander
schouwen in 't verborgen licht
handen reiken, ruimte scheppen
als de vrede is ontwricht
Wij zijn wijzer dan wij zijn
wijsheid is ons diepste gaan
is het weten van de eenheid
in de glimlach van de schepping
is het licht van ons bestaan
Catharina Visser (naar Jesaja 60:1)

22 maart 2016
Laten we durven
Griet op de Beeck
Laten we graag zien omdat we dat kunnen,
en leven – voluit en gretig –
omdat wij dat mógen en het daarom dubbel zo goed moeten doen.
Laten we beter leren weten,
niet meer morsen met de dagen
die al die anderen, daar, zomaar, opeens zijn kwijtgeraakt.
Laten we geen engelen zijn, maar als het kan toch ook geen duivels.
Laten we mensen zijn.
En helemaal onszelf worden,
niet wie we denken dat anderen wilden dat we waren.
Laten we moed houden,
durven wankelen en redden wat er te redden valt.
Onszelf bijvoorbeeld, en mekaar.
Laten we stoppen met hopen
en doen wat moet gebeuren om het te doen gebeuren,
en mild zijn voor wie dat nog niet kan.
Laten we ze openlaten: onze deuren, onze armen, onze geesten.
Laten we pantsers afleggen,
en het en de andere tegemoet treden, telkens weer.
Laten we slapende honden keihard wakker maken.
Blijven geloven in dromen die ook uitkomen.
Veel verwachten, genoeg spijt hebben, in zeven sloten tegelijk lopen,
alle dingen aankijken, ook dat wat ons verontrust.
En laten we minachting koesteren voor de hopeloosheid,
weten wat we waard zijn, onszelf gunnen wat we verdienen,
want dat is vaak meer dan we geneigd zijn te denken.
En laten we begrijpen wat de liefde is,
onthouden dat dat alles is, of toch bijna.
Laten we durven. Ja.